♦ De markt voor namaakproducten is groot. Juridisch gezien zijn er verschillende opties om op te treden tegen imitatie.
♦ De vormgeving van een product kan beschermd zijn door het auteursrecht. Dit ontstaat automatisch als er sprake is van een ‘eigen intellectuele schepping’. De rechter zal inbreuk vaststellen (of verwerpen) op basis van de ‘totaalindrukken’ van het origineel en de imitatie.
♦ Een andere optie is het modelrecht. Ook daarbij gaat het om de uiterlijke kenmerken (vormgeving) van een product. Een modelrecht moet je aanvragen, al bestaat er ook een variant die zonder registratie en kosteloos ontstaat.
♦ Het merkenrecht kan natuurlijk worden ingezet als het merk (bijvoorbeeld de naam of het logo) wordt nagemaakt. Maar soms is ook de vorm van een product merkenrechtelijk beschermd (vormmerk). Uiteraard is het wel een voorwaarde dat het merk geregistreerd is.
♦ Op het octrooirecht (patentrecht) kan een beroep worden gedaan als de technische aspecten van een geoctrooieerd (gepatenteerd) product worden nagemaakt. De bescherming is heel precies afgebakend in de ‘conclusies’ (claims) van een octrooi. Zelfs een klein verschil kan er al toe leiden dat er geen inbreuk wordt gemaakt.
♦ Als bovenstaande opties geen uitkomst bieden, wordt soms teruggevallen op ‘slaafse nabootsing‘. Wie ‘slaafs nabootst’ – dat wil zeggen: domweg kopieert, terwijl afwijking of variatie mogelijk was – kan namelijk een onrechtmatige daad plegen. Ook hier vormen de ‘totaalindrukken’ het criterium.